De Voltrekking

De voltrekking - Kort verhaal - EdivaniaLopes.nl

Dit is het tweede deel in een micro-drieluik die ik alleen hier zal publiceren. Om het eerste deel in deze serie te lezen, klik je hier.


Op het moment voelt het alsof ik vastgeroest ben in mezelf. Ook zij daar, die miniaturen op de stoep, hebben een punt bereikt waarop ze voor even helemaal af zijn. Mijn leven lang heb ik ze weinig zien veranderen. Met liefde voor elkaar en lichte afschuw jegens mij bewegen zij zich al jaren voort. Telkens tot de conclusie komend dat zij mij nooit ter aarde hadden kunnen brengen. Dat alle dingen die “mis” zijn met mij niet komen door ouderlijke laksheid en narcisme waar ik telkens voor moet wijken, maar dat het universum ze opgescheept heeft met een defect exemplaar.

Ze hebben het ook moeilijk met mij. Deze gedachten, stemmen en dit omhulsel waar ze telkens tegenaan kijken, het is om beroerd van te worden. Dat snap ik. Ik heb het ook moeilijk met mij. Ik ben immers degene die zich nu deze brandtrap op hijst omdat ik anders ook niet zou weten wat ik moet. Tóch denk ik dat ze me enorm zullen missen. Maar dat komt later pas, als alles bezonken is. Dan pas zullen ze zich realiseren dat ze niet zonder me kunnen, hoe hard ze ook proberen van me af te komen.

“Vincent!”

“Staat dat klotekind verdomme alwéér bovenop de Hema?! Deze keer kun je maar beter springen jongen, want als ik je moet gaan halen wurg ik je met mijn blote handen!”

Vincent meent te zien hoe zijn moeder zijn vader iets influistert. Meneer lijkt wat te kalmeren en roept zijn zoon vervolgens iets liefdevoller toe: of hij alsjeblieft naar beneden zou willen komen en niet zo mal zou willen doen. De politie zal hij deze keer ook niet bellen (die neemt het gezin toch al niet meer serieus), maar Vincent moet nu wel echt even naar beneden komen voordat hij zichzelf bezeert.

Tijdens dit betoog kijkt de moeder bezorgd en knikkend op naar haar zoon. Ze kan het echter toch niet laten om vader na zijn tedere en heldhaftige toespraak een vlugge kus en kneep in de bil te geven. Want hij zei het allemaal zo mooi en hij heeft het zo goed gedaan. Het handjevol ramptoeristen dat zich voor de Hema verzameld had vervolgt langzaam haar verschillende wegen en Vincent kijkt vol afschuw toe terwijl hij uit het middelpunt van de belangstelling verdwijnt.

“Zijn jullie gestoord, ofzo?! Je bloedeigen zoon staat hier op het punt om van een gebouw af te springen, maar jullie zien nog wel wat geflirt ertussen te proppen? Wat is er in godsnaam mis met jullie?! Weet je wat: jullie kunnen de KLERE krijgen!”

Vuurrood en buiten zinnen van woede steekt Vincent zijn middelvinger op, verliest door het enthousiasme waarmee hij dat doet zijn evenwicht en tuimelt over de rand van het gebouw. Naar alleen dat hij de stoep in rap tempo op zich af ziet komen en jammer dat dat opaatje hem niet op tijd ziet — hij heeft hier immers niets mee te maken. Helemaal jammer is het dat Vincent de blikken van zijn ouders niet kan zien als ze toekijken terwijl hun zoon na een jaar van loze dreigementen tóch uit de lucht komt vallen.

Gelukkig zorgt het breken van de schedel van de één en de nek van de ander ervoor dat het allemaal in één klap gedaan is voor beiden. De ouders kunnen van de zenuwen nog maar net hun lachen inhouden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *