Een wereld

Elkaar beloftes doen en dan maar zien hoeveel je er ook echt houdt, maar je houdt in ieder geval van elkaar.
En dus zit je op een gegeven moment met z’n tweeën in de auto. Het is al middernacht geweest en de rust die dat deken van donkerblauwzwart over je heen legt maakt je ogen een beetje zwaar en slokt je woorden op voordat je ze goed en wel bedacht hebt.
Dus dan ben je wat stiller en dat is niemand van je gewend omdat het kinderlijke enthousiasme waarmee je je ogen altijd uitkijkt ontbreekt. Maar hoe leg je uit dat het goed is? Dat alles helemaal goed is en dat woorden dat uit elkaar zouden doen spatten?
Zeg anders gewoon maar even niks. Ga stilletjes op zoek naar vrachtwagens in het donker, speel ietwat nerveus met je vingers en probeer vooral niet te huilen. Want hoe goed het ook is en hoe fijn het ook voelt, elke uiting ervan zal uitlopen op een ramp omdat je nog nooit zo gezond bent geweest van binnen en dus niet weet hoe je ermee om moet gaan.

Je mag best een beetje rillen of rusteloos wiebelen terwijl je een oplossing probeert te vinden voor het niet-bestaande probleem waar je mee kampt. Je kan ook eventjes vanuit die bijrijdersstoel naar links kijken en net die andere blik ontmoeten. Je zult je zelfs even schamen omdat je je realiseert dat daar iemand zit die zo belangrijk is en zoveel weet te repareren en in slaap weet te sussen terwijl hij dat zelf niet doorheeft en je hem zelf onmogelijk duidelijk kunt maken wat het met je doet.

Maar dan begint hij opeens te praten. Zacht, kalm, z’n ogen op de weg gericht. En er komt precies het goede uit op het juiste moment. Want wat hij altijd al heeft gezien is dat je het niet kan helpen af en toe te kijken – sommigen zouden het zelfs staren noemen – en dat alles wat je op dat moment voelt wel gereduceerd wordt tot een glimlach, maar stiekem veel meer is.

Het is een wereld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *